Overspel bij Pinguïns

Net als bij zwanen wordt er bij pinguïns vaak verteld dat zij paartjes vormen voor het leven. Een dame in onze kolonie, bekend onder de naam ‘161’, denkt daar heel anders over! In 1988 in Baltimore  uit het ei gekropen en in 1989 in Arnhem aangekomen, koppelde zij zich al vrij snel aan een jonge pinguïnman, ‘162’, die ook de reis vanuit Baltimore had ondernomen. Samen met hem legde zij een eerste ei (saillant detail: het eerste ei in de nieuwe kolonie!). Dat was helaas onbevrucht, maar bij de volgende leg kregen ze toch een jong. Toen sloeg het noodlot toe: man ‘162’ stierf op jonge leeftijd en ‘161’ bleef alleen achter. 

Honkvast

Het leven moet toch doorgang vinden en al snel koppelde zij zich aan een andere man. Deze keer niet eentje geboren in Baltimore, maar een gewone Hollandse zwartvoetpinguïn uit Amsterdam, bij ons beter bekend als ‘180’. Met hem zorgde zij voor vele eieren en kuikens. Een aantal van hun jongen leven nog in Arnhem, een aantal zijn ook ‘uitgevlogen’ naar andere dierentuinen in Europa. 

Dit koppel was nogal honkvast. Onze pinguïnparen broeden in speciaal voor hen gemaakte nestkasten op verschillende plekken in het verblijf. Al die nestkasten hebben nummers zodat het voor ons duidelijk is waar dieren broeden en hun jongen grootbrengen. ‘161’ en ‘180’ woonden jarenlang in nestkast 7, waarna ze ook nog even in nestkast 9 hebben gewoond. 

Stoere mannen

Recent werd mannetje ‘180’ steeds vaker alleen gespot, niet meer in het gezelschap van zijn vaste partner ‘161’. Maar wel  in de buurt van hun laatste verblijfplaats. Na enig speurwerk werd dame ‘161’ steeds vaker in een andere nestkast gespot. Na meer spionagewerk van de verzorgers zijn we erachter gekomen dat ze een andere keuze heeft gemaakt in haar leven. Op dit moment woont ze samen met man ‘160’! Een bijzonder detail is het feit dat ook deze man uit Baltimore gekomen is in 1989. Hoe lang deze nieuwe relatie stand zal houden, is de vraag, maar er is ons wel iets duidelijk geworden. Mevrouw ‘161’ valt op stoere en dominante mannen en beide heren (160 en 162) vallen in die categorie!

Hoe herkennen we onze pinguïns?

Al onze pinguïns hebben rondom één van hun vleugels een soort ring met daarop een uniek nummer. Daaraan kunnen we ze eenvoudig herkennen. Mochten ze die verliezen, dan hebben ze ook nog een chip. Tenslotte is het bovendien zo dat hun vlekkenpatroon op hun borst uniek is, maar dat is best lastig. Dan gaat het je al heel snel duizelen…