In vorige ZieZoo's hebben we uitvoerig over haaientransporten en -aankomsten geschreven. Maar wat gebeurt er daarna met ze? Angélique van der Heyden, biologe, en geïnteresseerd in vissen en alles wat daarmee te maken heeft, heeft destijds na aankomst van de zwartpunthaaien tijdens hun quarantaine een gedragsstudie uitgevoerd. In dit artikel schrijft ze over haar waarnemingen.
Het is voor de dierenverzorgers erg belangrijk om meer van het huis-, tuin- en keukengedrag te weten, om te kunnen beoordelen of het goed gaat met de haaien. Maar hoe weet je of het gedrag van een haai normaal of abnormaal is? Wat is bijvoorbeeld de invloed van een ziekte of een storende omgevingsfactor? Daar kun je alleen achter komen door erg veel naar ze te kijken. Je kunt bijvoorbeeld letten op de snelheid van de staartbewegingen die een aanwijzing kunnen zijn voor de staat van opwinding. Of je let op het gebruik van de ruimte. Komt een haai met zijn rugvin boven het water uit of zwemt hij vlak over de bodem? Zwemt hij steeds hetzelfde rondje rechtsom of bekijkt hij het bassin ook eens vanuit een andere richting? Blijven haaien uit elkaars buurt of zwemmen ze vlak achter elkaar aan? Het zijn deze subtiele gedragingen en veranderingen daarin die je iets kunnen vertellen over het welbevinden van de haaien. Met name de eerste dagen na aankomst is het logisch dat dieren wat abnormaal gedrag zullen vertonen omdat ze gestresst zijn van de reis en moeten wennen aan de nieuwe omgeving. Het is dus zaak dan goed op te letten zodat aan de bel getrokken kan worden mocht dit gedrag zich opnieuw voordoen.
Vanwege mijn achtergrond als onderzoekster van vissen werd mij gevraagd of ik belangstelling had de aanpassingsperiode in de eerste weken te observeren. Uiteraard greep ik die kans meteen aan, omdat ik ondertussen wel nieuwsgierig was geworden naar deze bijzondere dieren. De nieuwe bewoners worden altijd eerst een tijdje in quarantaine gehouden om eventueel meegebrachte ziekten op tijd te kunnen ontdekken en genezen zonder de andere vissen in gevaar te brengen. Het quarantaineverblijf voor de haaien ligt achter het grote haaienbassin en is niet zichtbaar vanuit de publieksruimte.
Op het grote moment van aankomst van de eerste haaien in november vorig jaar stond ik dus met schrijfblok en stopwatch in de aanslag voor de eerste waarnemingen. Maar wat waren de drie zwartpunthaaien uit Florida klein (ongeveer 70 cm)! En ze hadden allemaal dezelfde zwarte vlekken op de uiteinden van hun vinnen (vandaar de naam natuurlijk!). Hoe moest ik die drie nou in 's hemelsnaam uit elkaar houden? Er was er niet één met iets opvallends zoals een gerafelde vin of zo. En stilliggen doen deze haaien niet. Voor hun ademhaling moeten zij namelijk steeds vers water langs hun kieuwen laten stromen en dat doen ze door rond te zwemmen. Er zijn overigens andere soorten haaien die hun kieuwventilatie anders regelen, en daardoor wél af en toe lekker op de bodem kunnen gaan liggen zoals de luipaardhaai in het tunnelbassin. Door goed te kijken zag ik uiteindelijk dat de éne haai een wat bredere bek had dan de anderen, de tweede had een vlekje voor de rugvin en de derde juist erachter. Nu maar hopen dat die vlekjes niet zomaar zouden verdwijnen. Maar uiteindelijk bleken die uiterlijke kenmerken van minder belang omdat ik de haaien ook leerde herkennen aan hun gedrag. Zo ontdekte ik dat elke haai een voorkeur had voor een specifieke hoek van het bassin, en de route die ze volgden. Verschillen waren er ook in de manier waarop ze het zwemmen afwisselden met een glijvlucht. Hierbij wordt de staart stilgehouden en glijdt de haai af naar de bodem van het bassin. In de loop van de tijd vertoonden de haaien een steeds langzamere vinslag, ook gleden ze wat vaker de diepte in en varieerden ze hun zwemroutes wat meer. Voor mij een teken dat het goed met ze ging.
Met het eten ging het al vanaf de tweede dag meteen goed. Haaien moeten leren van een stok te eten, zodat precies bijgehouden kan worden of elke haai wel voldoende eet. Het voer (makreel, haring, wijting, maar ook garnalen en inktvissen) wordt van tevoren in hapklare brokjes gesneden en gewogen. In totaal aten de haaien tijdens hun quarantaineverblijf ongeveer één ons voer per dag, wat best veel is. Het gevolg was dat ze al snel een beetje aan de dikke kant werden. Sinds ze in het grote haaienbassin zitten, worden ze dan ook niet meer elke dag gevoerd. Of de medebewoners daar blij mee zijn is een ander verhaal, want de drie haaien gaan er nu met hún voer vandoor als ze de kans krijgen.
Naast het individueel voeren is er nog een bijkomend voordeel van het voeren met de stok. Je kunt het ook gebruiken om de haaien een medicijn of een extra dosis vitaminen te geven als dat nodig mocht zijn. Het pilletje wordt dan simpelweg in het voer verstopt. Je kunt je misschien wel voorstellen dat dat een stuk praktischer (en haaivriendelijker) is dan ze injecties proberen te geven.
Het bestuderen van het gedrag van haaien wordt nog interessanter als je wat vergelijkingsmateriaal voorhanden hebt. Op 20 december kwam dat binnen in de vorm van twee jonge grijze rifhaaitjes uit Sri Lanka, een mannetje en een vrouwtje. Wat uiterlijk en grootte betreft lijken ze wel op de zwartpunthaaien, alleen ontbreekt de zwarte rand op de rugvin. Maar qua gedrag is het toch heel ander volk. Direct na aankomst had het vrouwtje het even erg moeilijk, maar de volgende dag was er van stress zoals ik dat bij de zwartpunthaaien, die inmiddels al het grote haaienbassin hadden betrokken, de eerste dagen had gezien geen spoor meer te bekennen. De rifhaaien zwommen de eerste dagen vooral veel over de bodem met een merkwaardig rustige staartvinslag. Van daaruit ‘veroverden' ze de rest van het bassin, precies andersom als bij de zwartpunthaaien dus. En waar de zwartpunthaaien enthousiast werden van alleen al de geur van voer, bleven deze rifhaaien soms minutenlang stoïcijns hun rondjes zwemmen voordat ze eindelijk op hun dooie gemak eens kwamen kijken of het voer van die dag wel de moeite waard was. Echte veelvraten zijn ze (nog?) niet. Waar deze haaien de eerste weken duidelijk meer moeite mee hadden dan de zwartpunters waren plotselinge veranderingen in de omgeving, zoals een licht dat aanging of trillingen in het water ten gevolge van de bouwactiviteiten elders in de Ocean. Op zulke momenten schoten ze als bliksemschichten door het water, daarbij een uitzonderlijk staaltje stuurmanskunst weggevend in het toch niet al te ruime bassin. Nog geen 20 seconden later was de rust weer volledig teruggekeerd. Wat wel opviel was dat op zulke dagen het mannetje steeds vlak achter het vrouwtje ging zwemmen, alsof hij dan bescherming zocht achter haar grotere vinnen.
Uiteindelijk vonden we het op 19 januari tijd om het doorgangshek van het quarantaineverblijf naar het grote haaienbassin te openen. Maar echt veel belangstelling voor het nieuwe, grotere verblijf hadden de rifhaaien niet. Ze waren met geen vis, licht of wat dan ook uit het quarantaine verblijf te krijgen. Zelfs de uitnodigingen door de Napoleonvissen en de grote guitaarrog, die af en toe nieuwsgierig een kijkje in de quarantaine kwamen nemen, bleven onbeantwoord. We lieten het maar zo, om ze zo min mogelijk van slag te brengen. Uiteindelijk, hebben ze na twee weken (dus heel wat later dan de 4 uur die de zwartpunthaaien destijds nodig hadden!) dan toch de duik in het diepe gewaagd. De eerste weken bleven ze nog trouw bij elkaar maar later zijn ze toch wat onafhankelijker van elkaar geworden.
Al met al kan ik, na wekenlange observaties, niet anders dan concluderen dat deze jonge haaitjes allesbehalve agressieve en moordlustige dieren zijn. Toegegeven; als er een brokje vis te halen valt zijn ze er meestal snel bij. Maar in alle andere situaties bewaren ze afstand. Want als de nood aan de haai komt in de vorm van iets onbekends, staat hij toch vaak met de bek vol tanden.
In ons park leven honderden bijzondere diersoorten. In het kader van Europese populatiemanagementpro…
17 januari 2022
Lang op gehoopt, vaak gebeurt, maar nooit gelukt, totdat….
3 september 2021
Zowel in de dierhouderij als in dierentuinen werkt men met ‘body condition scores’ om aan te geven o…
24 juli 2020