In Azië worden al ongeveer 3500 jaar olifanten gehouden. Ze zijn sterk, handig, intelligent en sociaal. Het is daardoor niet moeilijk ze iets te leren.
Mannetjes kunnen ook enorm agressief zijn. Ook daar werd gebruik van gemaakt. Ze werden afgericht om in oorlogen te vechten.
Olifanten zijn nooit gedomesticeerd. Ze worden telkens weer gevangen uit het wild. Soms krijgen vrouwtjes gelegenheid om in de natuur met wilde olifantenbullen te paren. Maar over het algemeen zien de eigenaren hun olifanten niet graag met ‘zwangerschapsverlof’ gaan.
De manier waarop werkolifanten gehouden worden werd lang door dierentuinen overgenomen. Dat is niet vreemd; in Azië bestond immers al zoveel ervaring met het houden van olifanten. Toch bleek het houden van olifanten allerlei problemen met zich mee te brengen. Pas door de intensievere samenwerking tussen dierentuinen van de afgelopen decennia, werd duidelijk welke problemen incidenteel zijn en welke toch vrij algemeen optreden. Geleidelijk werden de oorzaken duidelijk en nu komen er ook oplossingen voor de problemen.
In Azië worden steeds meer werkolifanten ‘extensief’ gehouden (in kuddeverband, met voortplanting, zoeken zelf hun voedsel bij elkaar etc). De traditionele methode is er echter op gebaseerd dat wilde olifanten gevangen worden, vaak met veel geweld. Vervolgens worden ze ‘gebroken’en afgericht; op zeer onvriendelijke manier wordt hen duidelijk gemaakt dat ze voortaan de commando’s van hun ‘mahouts’ moeten opvolgen. Als ze niet werken staan de olifanten meestal vastgezet met behulp van kettingen aan de poten. Zo krijgen ze niet veel beweging.
Voor het africhten en de behandeling van poten en huid is een intensief contact tussen de verzorger en de olifant nodig. Ondanks een hechte band, blijkt dat er daarbij veel te veel, soms dodelijke, ongelukken met verzorgers gebeuren. Soms zijn het echte ‘ongelukken’. Een onhandigheidje van de olifant of van de verzorger, of een moment van angst of onbegrip kan dan dodelijk aflopen. Soms worden olifanten onverwacht agressief.
Ook in veel dierentuinen en circussen werden olifanten, omwille van de veiligheid, ’s nachts en tijdens de behandelingen aan de ketting gelegd. De dieren hebben zo in het deel van de dag waarin ze van nature het actiefst zijn maar weinig beweging en geen direct contact met hun soortgenoten. Geen wonder dus dat ze vaak afwijkend gedrag gaan vertonen. Door de behoefte aan beweging gaan olifanten dan ‘weven’; ze verplaatsen, voortdurend heen en weer zwaaiend, hun zwaartepunt van de ene voorpoot naar de andere en weer terug. Zulke stereotype gedragingen kennen we ook van andere dieren. Het toont dat er in de manier van houden iets mis is, of was. Het valt het niet mee om zulk gedrag er weer uit te krijgen, ook niet als de omstandigheden dramatisch verbeteren. Bij dit gedrag produceert het lichaam bepaalde stoffen die zorgen voor een prettig gevoel. Die stoffen zijn verslavend, vandaar dat het gedrag zich maar zo moeizaam laat herstellen.
Het houden van mannetjes is extra gevaarlijk. Bovendien zijn die veel sterker en dus moet een verblijf waarin een bul gehouden kan worden extra zwaar uitgevoerd worden. Dat maakt het houden van bullen ook erg kostbaar. Daarom hielden vroeger maar weinig dierentuinen de olifanten zo, dat ze voor jongen konden zorgen. Tegenwoordig worden er in steeds meer dierentuinen olifantjes geboren.
In een natuurlijke groep olifanten leeft een aantal vrouwtjes met hun jongen onder leiding van het oudste vrouwtje, de ‘matriarch’. De andere vrouwtjes zijn allemaal familie van die matriarch. Als er geen jongen komen, kunnen dierentuinolifanten geen natuurlijke groepsstructuur opbouwen en daardoor geen normaal sociaal gedrag ontwikkelen. Door gebrek aan sociale ervaring ontstaan er dan vaak problemen met de voortplanting en met het grootbrengen van de jongen.
Andere problemen ontstonden door een gebrek aan beweging samen met een rijke voeding. De dieren groeien daardoor snel en zijn vroeg geslachtsrijp, maar ze worden ook groter en zwaarder dan wilde olifanten. Het overgewicht veroorzaakt afwijkingen aan de vrouwelijke voortplantingsorganen, waardoor de dieren al jong niet meer vruchtbaar zijn. Ze krijgen ook andere klachten aan de poten, die al dat gewicht natuurlijk jarenlang moeten torsen. Vooral als de olifant ook de eerder beschreven stereotype bewegingen maakt en de poten jarenlang steeds op dezelfde manier worden overbelast op de harde vloer van de stal, kunnen er pijnlijke processen in de poten gaan spelen. Dan moet de olifant intensief behandeld worden, vaak levenslang. En daarvoor is het nodig dat de verzorgers direct contact met de olifanten hebben. De enige methode om daarbij de verzorgers enige veiligheid te bieden leek juist weer de dieren aan de ketting te houden en commando’s te leren.
Uit het totale beeld blijkt dat we zo de problemen zelf in stand hielden. Dit leek alleen op te lossen door voor het houden van olifanten, net zoals we dat voor andere dieren doen, uit te gaan van de natuurlijke leefwijze, en niet langer vast te houden aan wat we uit de Aziatische olifantencultuur hebben geleerd.
Nu is het omschakelen naar een andere manier van houden bij maar weinig diersoorten zo ingrijpend als bij olifanten. Elke verandering aan een olifantenverblijf moet aan technisch hoge eisen voldoen en is dus kostbaar. Er is ook veel ruimte nodig om zulke grote dieren goed te houden. Bovendien worden olifanten erg oud, en zijn veel olifanten die op de ouderwetse manier groot geworden zijn niet echt meer geschikt om nu te gaan houden zoals we denken dat het eigenlijk moet. Sommige dierentuinen zullen daarom zulke oudere vrouwtjes in groepjes samen houden en proberen het deze dieren verder zo goed mogelijk naar de zin te maken.
Het olifantenverblijf in ons park leent zich, zoals het nu is, niet goed voor het houden van een fokgroep. Wij hebben er daarom voor gekozen ons voorlopig op die oudere vrouwtjes te richten. Dat is al een hele uitdaging, vooral omdat we inmiddels ook afstappen van het directe, onbeschermde contact tussen olifant en verzorger.
De nieuwe rol vraagt al direct om een aantal oplossingen. Door technische aanpassingen kunnen we de deuren van het verblijf van een veilige afstand te bedienen. We moeten zo omgaan met de olifanten dat we ze kunnen krijgen waar we ze hebben willen, zonder bij de olifanten het verblijf in te hoeven stappen. Ook willen wij de dieren kunnen blijven behandelen, bijvoorbeeld aan de poten, want juist bij die wat oudere vrouwtjes treden pootproblemen vaak op. We moeten ook ervaren hoe we vrouwtjes van deze leeftijd, die eigenlijk allemaal de ambitie hebben om leidster van de kudde te worden, vreedzaam samen kunnen laten leven. De gedragsafwijkingen die we bij die vrouwtjes zien willen we proberen zoveel mogelijk te herstellen. Bij olifanten komt dat er meestal op neer dat we voedsel zo aanbieden dat ze er veel tijd aan besteden. Tegelijkertijd willen we ook de andere oorzaken die aan de pootproblemen hebben bijgedragen aanpakken. We nemen proeven met een verende ‘vloerbedekking’, die het effect van een zachte bosbodem moet imiteren. Door aanpassingen in de stal hopen we dat het in de toekomst mogelijk wordt de olifanten ’s nachts in elkaars gezelschap te laten, en we willen het mogelijk maken dat er ook ’s nachts, als de verzorgers zelf thuis liggen te slapen, aan de olifanten voer wordt verstrekt om de lange nacht van inactiviteit te doorbreken.
De toekomst zal ongetwijfeld leren dat we er met deze aanpassingen nog niet helemaal zijn, maar we hebben duidelijk het gevoel dat we, zowel in internationaal verband, als met ons eigen park op de goede weg zijn naar een veel betere manier om olifanten te houden.
Vrijdagochtend 26 juli 2024 zijn twee oudere olifantenvrouwtjes vanuit Belfast Zoo (Noord-Ierland) n…
26 juli 2024
Doordat in Burgers’ Zoo op de huidige locatie geen ruimte is voor een moderne huisvesting van een ol…
19 februari 2020
Op vrijdag 23 augustus 2019 arriveert een 51-jarige Azatische olifantenkoe uit de dierentuin van Kol…
22 augustus 2019