Pythons en anaconda’s behoren tot de langste slangen ter wereld; ze kunnen uitgroeien tot een lengte van tien meter, hoewel ze meestal bij zes of zeven meter blijven steken. De netpythons die sinds kort in de Rimba te zien zijn, kunnen deze lengte bereiken, maar dan moeten we nog wel een paar jaar geduld hebben. De slangen zijn iets meer dan een jaar oud en ongeveer een meter lang.
Netpythons komen voor in regenwouden, laaglandbossen en graslanden. Ze houden enorm van water en zijn zelfs zwemmend in de open oceaan aangetroffen. Dit verklaart dat deze soort niet alleen op de grote eilanden en het vasteland van Zuidoost Azië voorkomt, maar ook wordt gevonden op de kleinere eilanden.
Sommige slangen zijn levendbarend, maar pythons leggen eieren. Meestal leggen reptielen hun eieren in de grond op plaatsen waar de zon ze kan verwarmen, of, in warme gebieden, in de schaduw. Een plek waar veel rottende bladeren liggen is ook favoriet. Bij rottingsprocessen komt warmte vrij die de eieren doet uitbroeden.
Pythons hebben een andere manier uitgevonden: de eieren worden op een bergje gelegd. Deze berg kan wel uit 60 eieren bestaan. Het moederdier gaat rond de eieren liggen. Nu zijn slangen koudbloedige dieren, dus ze nemen de temperatuur van de omgeving aan. Door rond de eieren te gaan liggen, kunnen de eieren nog niet op een hogere temperatuur worden gebracht. Daarvoor hebben ze een slim trucje ontwikkeld. Een broedende python ligt te hikken, waardoor deze spierbewegingen warmte produceren en zo de eieren op de ideale broedtemperatuur kunnen houden. Door te hikken kan de temperatuur tot 7°C worden verhoogd. Daarnaast is het moederdier gedurende de broedperiode van twee tot drie maanden vlakbij de eieren, wat het voor een rover moeilijk maakt pythoneieren te verschalken.
Slangen horen vrijwel niets, toch kunnen ze gemakkelijk een prooi vinden. Met de tong proeven ze de omgeving en kunnen ze trillingen waarnemen. Netpythons eten vooral zoogdieren, alhoewel soms ook een vogel op het menu staat. Door wurging wordt de prooi gedood. Iedereen kent de films van reuzenslangen die een enorme prooi verschalken. Normaal proberen slangen hapklare prooien te vangen, dus hoe groter de slang hoe groter de prooi. Toch kan een volwassen netpython gemakkelijk een grote prooi verschalken. Dit is enkel mogelijk door een aanpassing in de kaak. De meeste dieren kunnen de bek niet heel ver open krijgen door beperking van de kaken en het kaakscharnier. Een slang heeft hier iets op gevonden. De onderkaak kan met een verlengd scharniergewricht verder open worden gedraaid en de onderkaken zitten vooraan enkel vast met een pees, waardoor ze naar buiten kunnen draaien. Een klein probleem dat dan nog opgelost moet worden, is de ademhaling. Een bek vol prooi maakt de ademhaling er niet gemakkelijker op. De luchtpijp is daarom verlengd, waardoor het dier zonder ademnood zijn prooi naar binnen kan schuiven. De slangen in de Rimba zullen nog vele demonstaties moeten geven met de werking van hun kaken, voordat ze een indrukwekkende lengte bereiken. Maar het is leuk dat deze enorme reptielen weer terug zijn in Burgers’ Zoo.