In de Bush zullen bezoekers de laatste maanden ongetwijfeld tevergeefs op zoek zijn geweest naar de vogels die een opvallend en melodieus lied ten gehore brachten. Uiteindelijk zullen ze wel gemerkt hebben dat het geluid niet uit de Bush afkomstig was, maar van buiten kwam. Toch hoort het geluid thuis in een tropisch regenwoud, en wel dat van het zuidelijke deel van Vietnam en Cambodja. Het gaat om de duetzang van de nog jonge goudwanggibbons in de Rimba. Ook een voor vaste bezoekers veel vertrouwder geluid, namelijk dat van ons paar siamangs, is nu in de Bush, maar ook in de rest van ons park en ruim daarbuiten te horen.
Het zijn de beide gibbonsoorten in de Rimba die met hun vocale prestatie de oerwoudsfeer in de Rimba (en ook in de Bush) verhogen. Er zijn wel meer apensoorten die zo nu en dan luid van zich laten horen, zoals bijvoorbeeld de Zuid-Amerikaanse brulapen, maar er zijn er maar weinig die zulke luide, maar melodieuze en vaak fraai gefraseerde ‘songs’ produceren.
Toch zingen gibbons zeker niet om hun muzikale talenten te demonstreren. Ze gebruiken hun stembanden eigenlijk ongeveer voor dezelfde doeleinden als veel vogelsoorten dat doen, om indruk te maken op het andere geslacht en een partner aan te trekken, om hun aanspraken op het territorium te onderstrepen naar soortgenoten en om de band met de partner te versterken. Gibbons leven immers als monogame paartjes met hun nog niet volwassen jongen.
Er is inmiddels aardig wat onderzoek gedaan naar de geluiden van gibbons. De soorten in de Rimba demonstreren heel duidelijk hoe de geluiden van soort tot soort verschillen. De hoogtonige ‘vogelgeluidjes’ van de goudwanggibbons verschillen wel erg van de veel lagere, vaak langgerekte en veel luidere roep van de siamangs. De geluiden van de diverse gibbonsoorten (er worden er op dit moment zestien onderscheiden) zijn zelfs zo karakteristiek dat de dieren aan de hand van hun lied soms beter op soort te brengen zijn dan op basis van hun uiterlijke kenmerken! De verschillende geluiden van de diverse populaties spelen dan ook mee bij de huidige indeling in soorten.
Het gezang van de gibbons verschilt niet alleen per soort, maar ook per geslacht en zelfs per individu. Bij de meeste soorten ontwikkelen de partners een duet, waarbij de geslachten gelijktijdig elk hun eigen ‘partij’ laten horen. Vooral bij onze siamangs is dat goed te horen. Er zijn een paar soorten gibbons waarbij die ‘samenzang’ verloren is gegaan in de evolutie, en de partners hun zang na elkaar laten horen. Al eerder is in Ziezoo beschreven dat de keelzak, die tijdens het zingen vooral bij de siamangs tot een enorme ballon opzwelt, geen rol speelt als klankkast, zoals lang gedacht werd, maar eerder te vergelijken is met een doedelzak. In beide gevallen zorgt een voorraad lucht op druk ervoor dat de zang of de muziek niet door de ademhaling hoeft te worden onderbroken.
Het gezang mag dan de monogame paarband versterken, uit vaderschapsbepalingen door middel van DNA-onderzoek is duidelijk geworden dat er nogal eens een slippertje gemaakt wordt. Heel wat gibbonmannen delen met hun partner de zorg over jongen waarvan ze alleen maar denken dat zij zelf de vaders zijn.