In deze nieuwe reeks artikelen beschrijven we voorbeelden van camouflage in het dierenrijk. Er zijn uiteenlopende redenen waarom dieren zich camoufleren. Deze keer leggen we het principe uit van het opgaan in de omgeving. Diverse diersoorten in Burgers’ Zoo maken namelijk gebruik van dit principe.
Op het eerste gezicht lijken tijgers enorm op te vallen met hun strepenpatroon. Toch blijkt dit een ideale schutkleur te zijn wanneer ze door het hoge gras een prooi besluipen. Juist het strepenpatroon maakt dat ze opgaan in de omgeving en minder goed zichtbaar zijn. Daarnaast kunnen veel prooidieren van de tijger, zoals bijvoorbeeld herten, de kleur oranje niet waarnemen. Het zou kunnen zijn dat deze kleur hierdoor een extra camouflerende werking heeft, waar de tijger voordeel bij heeft.
De vlekken van bijvoorbeeld panters en jaguars lijken ook erg op te vallen. Deze katachtigen bewonen meestal bosrijke gebieden, zoals het tropisch regenwoud, waar het zonlicht door het bladerdak naar beneden valt. De vlekken op de vacht vormen dan een ideale schutkleur doordat ze perfect aansluiten bij de natuurlijke schaduwplekjes die door het zonlicht op de bosgrond ontstaan. Maar ook de luipaarden en cheeta’s die op de Afrikaanse savanne leven – een veel opener landschap dan het tropisch regenwoud – hebben veel baat bij hun vlekkenpatroon om niet op te vallen. Terwijl de dieren rusten in het hoge gras, vormen de vlekken op de vacht wederom een uitstekend middel om op te gaan in de zon- en schaduwpatronen van de omgeving.
We zien bij de katachtigen vaak ook verschillen tussen welpen en volwassen dieren. Zo hebben jonge cheeta’s nog een veel pluizigere vacht, lange bruine nekharen en kenmerkende donkerbruine vlekken rond de buik en poten, waardoor het lijkt alsof ze in de modder hebben gelegen. Dit alles biedt een perfecte schutkleur wanneer de welpen overdag in een hol of op een andere verstopplek afwachten wanneer moeder hen weer komt zogen, of van een prooidier komt voorzien.
Jonge leeuwen hebben een lichtere vacht dan volwassen leeuwen en bij de welpen zijn vaak nog de vlekken te zien op de vacht, die bij de oudere dieren grotendeels weer verdwijnen. De lichtere kleur en de vlekken maken dat de welpen beter opgaan in de omgeving, wanneer ze in het savannegras liggen te schuilen. Strepen en vlekken lijken in eerste instantie dus juist heel opvallende kenmerken, maar blijken in de natuurlijke leefomgevingen van de katachtigen ideale camouflagekleuren te zijn.
Safaripark Beekse Bergen en Koninklijke Burgers’ Zoo hebben twee cheeta vrouwtjes met elkaar geruild…
18 januari 2024
In amper vijf jaar tijd zien maar liefst vijftien cheetawelpen het levenslicht in Burgers’ Zoo dankz…
11 juli 2019
Zes welpen maken onder toeziend oog van hun waakzame moeder voor het eerst kennis met het grote buit…
19 december 2016