Koralen komen in grote aantallen in de wereldzeeën voor. Toch weten we relatief weinig van deze dieren. Er wordt daarom de laatste jaren veel onderzoek verricht aan koralen. Ook Burgers’ Zoo wil een bijdrage leveren aan de wetenschap met betrekking tot koralen, maar dan vooral om meer te weten te komen hoe je deze dieren het beste in aquaria kunt houden. Dit is de belangrijkste reden dat we destijds hebben meegedaan aan een vierjarig koraalproject: CORALZOO. Dit project was een samenwerking van vier universiteiten, waaronder Universiteit Wageningen en Universiteit Dresden, en tien grote Europese publieksaquaria, waaronder Lissabon, Genua, Hamburg, Rotterdam en Arnhem.
Al jaren wordt in Burgers’ Ocean in samenwerking met verschillende Nederlandse universiteiten en hogescholen onderzoek gedaan naar haaien, roggen, koralen en de daarbij behorende techniek, zoals filtersystemen. Door nu aan een officieel door de EU betaald onderzoeksproject mee te werken, zijn er meer financiële mogelijkheden voor onderzoek. Dr. Miriam Schutter was als promovendus voor vier jaar door Universiteit Wageningen aangenomen binnen het CORALZOO-project. Een groot deel van haar werk heeft ze achter de schermen in Burgers’ Ocean verricht. Begin 2010 promoveerde Miriam in Wageningen en haar onderzoekstitel luidde: “De invloed van licht en waterbeweging op de groei en fysiologie van het steenkoraal Galaxea fascicularis”. In onderstaand interview legt zij uit wat haar onderzoek inhield.
Ik vind koralen super interessant. Deze schijnbaar eenvoudige dieren zijn eigenlijk heel complex. Ten eerste doordat ze in symbiose leven met eencellige algen (zoöxanthellae) en ten tweede doordat ze een soort uitwendig skelet van kalk maken. Ik vind het heel interessant om de symbiose tussen koraal en zoöxanthellae beter te leren begrijpen en natuurlijk om een steentje bij te dragen aan de wetenschappelijke kennis hierover. De basis van mijn promotieonderzoek richtte zich op de invloed van licht en waterbeweging op de groei en fysiologie van het steenkoraal Galaxea fascicularis. Dit soort onderzoek is niet eenvoudig, aangezien koralen niet zo snel groeien. Experimenten kunnen daardoor enkele maanden tot zelfs een jaar duren.
In een deel van het onderzoek zijn koralen in een afgesloten kamer geplaatst, een “respirometrische flowcel”. Deze kamer met een inhoud van enkele liters is door Miriam ontwikkeld. Door de kamer af te sluiten, kan er geen zuurstof of gas ontsnappen. Alle zuurstof die wordt verbruikt door de alg of het koraal, of de zuurstof die door het algje wordt geproduceerd kan zo worden gemeten. Door de waterbeweging, lichthoeveelheid en voeding te variëren kan worden gemeten welk effect deze veranderingen op het koraal hebben.
Koralen zitten vast aan hun substraat en kunnen zich niet verplaatsen. Hierdoor zijn koralen afhankelijk van waterbeweging voor de aanvoer van zuurstof en voedseldeeltjes en voor de afvoer van afvalstoffen. De algjes waarmee de koralen samenleven zijn weer afhankelijk van licht. Juist daarom is het van belang om te zien wat het effect is van variërende stroming en licht op de groei over een langere periode. Experimenten van enkele uren konden in speciale flowcellen worden gedaan.
Mijn resultaten gaven nieuwe inzichten in de processen die plaatsvinden met betrekking tot de samenleving tussen koraal en alg. Maar juist de toepasbaarheid van het onderzoek was erg belangrijk in het CORALZOO-project. Er is een duidelijk verband gevonden tussen licht en stroming en de koraalgroei. Het was al langer bekend dat koralen harder groeien, wanneer zij de beschikking hebben over meer licht, maar dat het verhogen van de waterbeweging dat nog versterkt, is nieuw. Daarnaast kun je ook een overdosis licht geven aan koralen, maar dit extra licht blijkt geen meerwaarde te hebben voor de koraalgroei. Door de hoeveelheid licht en stroming zodanig op elkaar aan te passen dat koraalgroei er baat bij heeft, kan de koraalkweek geoptimaliseerd worden.
Veel praktische ervaringen uit de aquariumwereld zouden wetenschappelijk uitgewerkt kunnen worden. Dit was de basis van het CORALZOO-project. Nu een aantal van de parameters zoals licht en waterbeweging uitgezocht zijn, kan er verder worden gekeken naar bijvoorbeeld type licht. Voeding zie ik als belangrijkste parameter om aan vervolgonderzoek toe te voegen. De combinatie van licht, waterbeweging en voeding is de volgende stap om de koraalkweek te optimaliseren. Dat is zowel interessant voor de wetenschap als voor de kweek. Ik zelf wil meer onderzoek doen naar de mechanismen van aanpassing van koralen aan veranderende omstandigheden, bijvoorbeeld de verzuring van de oceaan. Er valt nog zoveel te leren over een schijnbaar eenvoudig dier als een koraal.
De jonge luipaardhaai die op 5 januari 2024 uit het ei is gekomen, is het resultaat van ongeslachtel…
5 augustus 2024
De collectie in de ‘Kleine Oceaan’ – het bassin aan de linkerhand vóór de roggentunnel - heeft naast…
30 mei 2024
Dinsdag 12 maart 2024 vertrekken 82 zachte koralen, 5 steenkoralen en 6 zeeanemonen vanuit onze dier…
12 maart 2024