Het is dertien jaar rustig geweest rondom onze capybara’s. Echter, op 9 september was het dan eindelijk zover: er lopen weer jongen op het strandje midden in de Bush! Het zijn drie complete miniatuurtjes van hun ouders, volledig behaard met alles erop en eraan. Een jaar nadat het jonge koppel bij Koninklijke Burgers’ Zoo is binnengekomen, heeft het zijn vruchten afgeworpen.
De capybara is het grootste levende knaagdier, met een kop-staart lengte van 100-130 centimeter en een schofthoogte van 60 centimeter. Capybara’s kunnen een gewicht tussen de 35-66 kilo bereiken. Deze soort heeft een grote kop met een stompe snuit en gespleten bovenlip. Hierachter schuilen brede knaagtanden van ongeveer twee centimeter breed.
In het wild bewoont de capybara waterrijke bossen, van noord tot zuidoost Zuid-Amerika. Hij leeft in kleine (familie)groepen (drie tot dertig dieren) . Elke groep beschikt over haar eigen territorium met voedergebied en rustplaatsen. Capybara’s zijn vooral ’s morgens en ’s avonds actief. Hun hoofdbezigheid is dan het begrazen van de grasvelden en ondergroei van bossen, of ze zijn al etend van waterplanten in het water te vinden. Het leven in een groep is cruciaal voor het overleven van de capybara.
De dieren planten zich het hele jaar voort met een piek aan het begin van het regenseizoen, dus in de natuur in april en mei. De paring vindt meestal plaats in het water. Na 150 dagen worden er twee tot acht jongen geworpen. Uren na de geboorte kunnen de jongen al lopen, rennen en zwemmen. Binnen een week beginnen ze zelfs al een beetje met grazen. Na drie maanden drinken ze niet meer bij hun moeder en na een jaar zijn ze volledig zelfstandig. Tot dan verblijven ze in een ‘crèche’, waar meerdere vrouwtjes de zorg verdelen.
Communicatie binnen een groep is belangrijk. De mannen gebruiken de klier op hun neus om hun territorium af te bakenen en hun voortplantingsstatus te bevestigen. Ook geluiden zijn belangrijk. Met name de jonge dieren communiceren constant met elkaar door middel van geluiden. Bij gevaar bijvoorbeeld blaffen capybara’s om de anderen te waarschuwen en vervolgens vluchten ze het water in. Capybara’s zijn namelijk uitstekende zwemmers en duikers en kunnen even goed uit de voeten op het land als in het water. In het water helpen de korte zwemvliezen tussen hun vier ‘vingers’ en drie tenen hier zeker bij.
In onze Bush zijn de capybara’s ook regelmatig in het water te vinden. Zo snoepen ze graag van het groen van de planten of van de andijvie in het de zeekoeienbassin. Verder bestaat de basis van hun dieet uit hooi, brokken, groente en een klein beetje fruit. Als ze niet eten of in het water zwemmen, liggen ze vaak in een kuil op het strand te rusten. De jongen zijn al vanaf hun eerste dag daar te zien, samen met de ouders.