Vandaag, 7 juli 2025, zijn er bij ons vier capybara-jongen geboren. De eerste dagen na de geboorte zijn belangrijk voor de ontwikkeling van de jongen, maar de geboorte lijkt voorspoedig verlopen. De jongen zijn direct na de geboorte zichtbaar in het verblijf, samen met de volwassen dieren.
De capybara is het grootste levende knaagdier. Volwassen dieren kunnen 100 tot 130 centimeter lang worden, met een schofthoogte van circa 60 centimeter en een gewicht tussen de 35 en 66 kilogram. De soort heeft een grote kop, een brede snuit, gespleten bovenlip en opvallend brede knaagtanden van ongeveer twee centimeter.
Capybara’s leven in waterrijke gebieden in Noord- tot Zuidoost-Zuid-Amerika, waar ze in groepen van drie tot dertig dieren voorkomen. Elke groep beschikt over een eigen territorium met voedergebied en rustplaatsen. De dieren zijn voornamelijk in de ochtend en avond actief. Hun hoofdbezigheid is dan het begrazen van de grasvelden en ondergroei van bossen, of ze zijn al etend van waterplanten in het water te vinden. Het leven in een groep is cruciaal voor het overleven van de capybara.
Capybara’s planten zich het hele jaar door voort, met een geboortepiek aan het begin van het regenseizoen, dus in de natuur in april en mei. De paring vindt meestal plaats in het water. Na een draagtijd van ongeveer 150 dagen worden er twee tot acht jongen geboren. Enkele uren na de geboorte kunnen deze al lopen, rennen en zwemmen. Binnen een week beginnen ze zelfs al een beetje met grazen. Na drie maanden drinken ze niet meer bij hun moeder en na een jaar zijn ze volledig zelfstandig. Tot dan verblijven ze in een ‘crèche’, waar meerdere vrouwtjes de zorg verdelen.
Na de geboorte eten capybara’s de placenta op, wat vermoedelijk bijdraagt aan hygiëne en het voorkomen van roofdieren in de buurt van het nest. De soort kan, afhankelijk van het aantal jongen, meerdere placentae voortbrengen.
Communicatie binnen een groep is belangrijk. De mannen gebruiken de klier op hun neus om hun territorium af te bakenen en hun voortplantingsstatus te bevestigen. Ook geluiden zijn belangrijk. Met name de jonge dieren communiceren constant met elkaar door middel van geluiden. Bij gevaar bijvoorbeeld blaffen capybara’s om de anderen te waarschuwen en vervolgens vluchten ze het water in. Capybara’s zijn namelijk uitstekende zwemmers en duikers en kunnen even goed uit de voeten op het land als in het water. In het water helpen de korte zwemvliezen tussen hun vier ‘vingers’ en drie tenen hier zeker bij.
Bezoekers kunnen de capybara-jongen vanaf nu dagelijks zien in hun verblijf in de Bush.