De vieroogvis (Anableps anableps), ook wel vieroog genoemd, is terug in de Mangrove. Deze vissen kennen in het wild een groot verspreidingsgebied in het noorden van Zuid-Amerika. Daar leven ze in zowel zoet als brak water in kleine beekjes en mangrovegebieden bij riviermondingen. De vieroogvissen zijn te zien in het deel bij de wenkkrabben. Graag stellen we deze vis aan u voor.
De naam vieroogvis is eigenlijk niet juist. De vis heeft zoals andere vissen twee ogen, alleen zijn de pupillen bij de vieroogvis horizontaal gespleten. De ogen zijn ingenieus aangepast aan het zwemmen direct aan het wateroppervlak. In het vroege larvale stadium zien de ogen er nog net zo uit als bij alle andere vissen in dat stadium met in elk oog een ronde lens, een pupil en een iris. Gedurende de ontwikkeling raken de pupil en het hoornvlies steeds verder ingesnoerd door een pigmentstreep totdat ze volledig gescheiden zijn. De bovenste pupil zorgt dan voor inkomende beelden vanaf de luchtzijde, de onderste pupil voor inkomende beelden vanaf de waterzijde. Zowel het hoornvlies (aan de buitenkant van het oog) als het netvlies (een laag in het oog met lichtgevoelige cellen) zijn aan de bovenkant en onderkant van het oog verschillend qua dikte. Beide zijn aangepast aan een verschil in brekingsindex van licht en lichtsterkte in lucht en in water. Maar er gebeurt meer in het oog. Precies ter hoogte van de waterlijn waar de pigmentstreep zit, ontwikkelt zich achter het hoornvlies een flexibele iris-klep. Deze klep beschermt de pupil tegen de lichtweerkaatsing op het wateroppervlak. Om scherp te kunnen zien boven en onder water, is de lens asymmetrisch van vorm (aan de bovenzijde afgeplat en aan de onderzijde rond), waardoor lichtinval van boven en onder anders gebroken wordt. Om de uitpuilende ogen te beschermen, zijn ze voor een groot deel omsloten door een benige oogkas.
Vieroogvissen trekken dagelijks met de vloed mee naar onderlopende stukjes mangrovebos. Daar vinden ze in het water gevallen insecten, hun favoriete prooi. Maar door hun gespleten ogen kunnen ze ook prima jagen op kleine visjes en waterinsecten. Als ze bij eb achterblijven in een droogvallend poeltje, is dat geen ramp: ze kunnen een tijdje zonder water overleven. Ook in de Mangrove is te zien dat ze af en toe het water ‘uitkruipen’.
Vieroogvissen zijn eilevendbarend. De geslachten zijn goed te onderscheiden door het relatief grote gonopodium van het mannetje. Het gonopodium is een orgaan dat voorkomt bij diverse soorten levendbarende beenvissen. Het bestaat uit de vergroeide stralen van de anaalvin en wordt gebruikt bij de paring. Het vrouwtje draagt na de paring de bevruchte eitjes in haar buik mee. De kwetsbare vissenlarven hebben zo een grotere overlevingskans dan vissenlarven die in open water leven. Als de visjes geboren worden, zijn ze al vijf centimeter lang!