Vieroogvissen of vierogen zijn beenvissen. Ze behoren tot de groep van de tandkarpers, waar ook de bekende aquariumvissen als de guppy en de platy toe behoren. Er zijn drie nauw met elkaar verwante soorten vierogen die alle in Midden-Amerika en in het noorden van Zuid-Amerika leven. Vierogen komen zowel in zoetwater als ook in brak water voor. In mangrovegebieden rondom riviermondingen voelen ze zich helemaal thuis.
Het meest opvallend aan deze vissen zijn hun ogen: de pupillen zijn gespleten door een horizontale band. Daardoor lijkt de vis vier ogen te hebben, ook al heeft hij feitelijk gewoon twee oogbollen. Vierogen zwemmen bijna altijd direct aan het wateroppervlak. De bovenste helft van hun uitpuilende ogen is dan boven het water, de onderste pupillen houden alles onder water in de gaten!
Vieroogvissen zijn levendbarend, er vindt dus een inwendige bevruchting plaats. Om te kunnen paren heeft het mannetje een speciaal paringsorgaan, het ‘gonopodium’. Omdat elk mannetje zijn gonopodium alleen maar naar links of naar rechts kan buigen bij de paring, en ook de geslachtsorganen van de vrouwtjes asymmetrisch zijn, is de partnervinding wat lastig: niet elk mannetje en elk vrouwtje passen bij elkaar, heel letterlijk!
Vierogen reizen elke dag met de vloed mee naar de dan overstroomde stukjes mangrovebos. Daar vinden ze het meeste voedsel, namelijk insecten die op het land leven maar die in het water vallen. Zodra het water zich weer terug trekt, zwemmen de vierogen terug naar de plekken waar ook bij eb water is. Ze houden zich daarbij het liefst direct bij de rivieroevers of de kust op, meestal niet meer dan één meter van het vasteland.
Deze fascinerende vissen zwemmen in een deel van de krabbenkreek in Burgers’ Mangrove. Toen ze net in hun verblijf gezet waren, klommen ze in de eerste paar uur ook wel eens op de randjes tussen de kreekjes. Ze lieten dus meteen goed zien, dat ze ook even buiten het water kunnen komen!