Het jaarthema van 2024 van de Nederlandse Verenging van Botanische Tuinen luidt ‘insecten’. Een soortenrijke groep die in een ecosysteem de meest uiteenlopende functies heeft. Een aantal soorten zijn ‘plaaginsecten’ en die zijn we in Burgers’ Bush toch liever kwijt dan rijk. Nee, we gebruiken geen gif op de planten in de Bush. Dat hoeft ook niet; het gaat prima zonder. In de Bush proberen we het tropisch regenwoud na te bootsen en ook een regenwoud gedijt zonder bestrijdingsmiddelen – een ecosysteem houdt zichzelf immers in stand. Nou lukt het ons niet om het regenwoud compleet te kopiëren, dus een volledig functioneel ecosysteem zal het nooit worden, maar we kunnen de werking wel benaderen. En dat doen we ook.
Als we helemaal niet zouden ingrijpen in de beplanting van de Bush, zouden we steeds meer een monocultuur krijgen. Diverse ‘pipers’ (peperachtigen uit de familie Piperaceae) of Aglaonema’s gedijen prima en nemen de boel zo over, ten koste van kwetsbaardere planten. Maar die kwetsbare planten zijn vaak juist bijzonder. Dus ingrijpen is wel van belang om de beplanting interessant te houden.
Hetzelfde geldt voor bepaalde ‘wilde ongewervelden’ in de hal. Er loopt daar, vaak niet eens opgemerkt door bezoekers, van alles: miljoenpoten, kakkerlakken, mieren, pissebedden en luizen. Dat is meestal niet zo erg, want vaak brengen ze niet al te veel schade aan, of doen ze juist nuttig werk binnen het systeem! Wolluis, bladluis, schildluis, halvebol dopluis; als je die af en toe spot, lijdt de plant waarop ze zitten daar meestal niet onder. Maar de populatie kan soms flink toenemen en natuurlijke vijanden zijn er niet veel in de hal. Dus hoe houden we de luis in toom?
Daar hebben wie iets op bedacht, iets dat goed in het straatje van het nabootsen van het ecosysteem past. Je kunt namelijk specifieke roofinsecten voor specifieke luizen kopen! En die kun je dan loslaten op de plekken waar een te grote luizenpopulatie gevonden is. Dus je kijkt regelmatig hoe het met de luizen gaat. We weten welke plekjes ze fijn vinden, dus het is meestal geen verrassing waar we ze aantreffen. En als de populatie te snel groeit, dan bestel je de juiste predator voor de betreffende luizensoort. En die roofinsecten (eitjes of volwassen insecten) zet je uit op de plant waar de luis voorkomt.
Dan komt het spannende stuk, want vervolgens moet je checken of de uitgezette insecten hun werk doen. Tegen de halvebol dopluis zetten we bijvoorbeeld een sluipwespensoort in. Deze parasiteert de luis. Je ziet dan kleine gaatjes in de dopluizen verschijnen en soms zijn de luizen al leeggegeten. Dan zijn er eitjes in de luis gelegd en hebben de wespenlarven de luizen lekker van binnen opgegeten. Weg luis! En die sluipwespen zelf, die houden het nog een tijdje vol in de Bush, totdat ze zelf weer worden opgegeten door rondvliegende vogels. Dat is niet erg. Als ze goed hun werk gedaan hebben, duurt het vaak weer een tijd voordat de luizenpopulatie zich hersteld heeft. Dus als je in de Bush een vliegend insect ziet, dan kan die zomaar voor ons aan het werk zijn!
Sinds april vliegen er twee opvallende nieuwe vogels in Burgers’ Bush. Het gaat om twee mannetjes zw…
27 augustus 2024
Een dierentuin is een boeiende organisatie. De meest uiteenlopende dieren en planten moeten goed ver…
12 januari 2024
Sinterklaas staat bekend om zijn heerlijke lekkernijen tijdens de feestelijke periode. Maar heb je j…
4 december 2023